zondag 23 augustus 2009

Sleep

Vorige week bezocht ik het meest zuidelijke puntje van Manhattan. Waarschijnlijk om de energie van de stad te benadrukken, werden toeristen daar welkom geheten door een geweldige quote van Simone de Beauvoir:

"(...) there’s something in the New York air that makes sleep useless; perhaps it’s because your heart beats more quickly here than elsewhere" (Dat haar zin hiermee overigens niet af was en in America Day by Day vervolgd werd met "– people with heart conditions sleep less, and many New Yorkers die of heart problems," werd daarbij voor de gelegenheid maar even over het hoofd gezien..)

Geen zorgen: I do sleep. Maar ik moet toegeven dat slapen hier inderdaad niet al te hoog op mijn prioriteitenlijstje staat. Zoveel te zien, zoveel te doen!

Zo was er die avond dat ik met wat spiksplinternieuwe studiegenoten in Lower East Side 'funky' fietsers tegenkwam die met hun versterkte muziek hele groepen voorbijgangers aan het dansen kregen en die zelf ook tussen de taxi's hun fietsen neergooiden en begonnen te swingen. En waarop we eindigden in een achter/onder een gesloten speelgoedwinkel te vinden bar genaamd "The Back Room" waar cocktails in kop met schotel en biertjes in mokken geserveerd werden. Of die avond dat we een beetje naïef waren en dachten op vrijdagavond in Meatpacking district zomaar een tafel voor 15 te kunnen krijgen, maar een paar uur aan de bar zonder fatsoenlijk avondeten uiteindelijk ook geen slecht - en nog enigszins betaalbaar - alternatief bleek te zijn..

En dan is er de hitte. Inmiddels heeft een serie heftige onweersbuien de boel wat doen afkoelen, maar dat neemt niet weg dat ook de temperatuur maakt dat slapen er niet aantrekkelijker of althans niet gemakkelijker op wordt. Ik heb de ramen op mijn kamer op den duur maar gewoon dicht gedaan; frisse lucht is een illusie..

Gelukkig is er de Law School nog. Want daar vind je airconditioning (kou!) en een enorme hoeveelheid enorme fauteuils en hangplekken. Na een vermoeiende en verhitte week geniet ik dan ook volop van een half dagje hangen in de lounge, met koffie en studieboek binnen handbereik.

woensdag 12 augustus 2009

Sights & environs


The Financial District, Battery Park


World Trade Center Site, Ground Zero

419 West 115th Street, Campus

Broadway, ter hoogte van Columbia University

Underground ethics

Onder de noemer SubTalk probeert de Metropolitan Transportation Authority (MTA) met opvallende teksten de aandacht van reizigers te trekken. En dat lukt aardig. Inmiddels ben ik gefascineerd door de verschillende campagnes, en een beetje googelen leert dat ik niet de enige ben.

Eigenlijk ben ik dol op metro’s. Of in ieder geval, op buitenlandse metro’s. Hoewel het onder de grond vaak flink benauwd is en een rit tijdens spitsuur – whatever that may be in New York City – je standaard het gevoel geeft dat een douche geen overbodige luxe zou zijn, vind ik het heerlijk om ongegeneerd slechtgeklede mannen op weg naar hun werk, moeders met jengelende kinderen en ordinaire locals te bestuderen. Ook in dat opzicht is New York een feest.

Neemt niet weg dat de drukte ondergronds natuurlijk vraagt om problemen. En dat is precies waar de MTA-campagnes wat aan moeten doen. Seksuele intimidatie? ‘A crowded train is no excuse for an improper touch.’ Terrorisme? ‘If you see something, say something.’

Maar ook: ‘Lean on your best friend for the $50 he owes you. But don’t lean on the subway door.' En: ‘Feeling under the weather today? Best thing to do is not get on the train.’ (…) Een beetje moraliserend vindt men dit alles hier in NY wel – zo blijkt althans uit de reacties op internet. Wat volgt: ‘Eat your breakfast’?

Toch betwijfel ik of het hier puur en alleen om een moreel appel gaat. Vanwaar anders de expliciete verwijzingen naar wettelijke regels en mogelijke boetes? Moet ik mij onthouden van het uitschelden van het metropersoneel omdat dat nu eenmaal onfatsoenlijk is, of omdat schelden me geld gaat kosten? Moet ik mijn stoel afstaan omdat dat nu eenmaal hoort en ik daarmee een ander helpen kan, of om te voorkomen dat ik handel in strijd met de wet?


Een concreet beroep op de wil van de New Yorkers om de wet te respecteren, ben ik hier de afgelopen dagen al vaker tegengekomen. Volgens mij gebeurt iets dergelijks in Nederland veel minder. Naast de bekende maar voor leken nogal wat 'abracadabra' bevattende bordjes met 'verboden toegang ex art. 461 WvSr' kan ik in elk geval zo snel geen voorbeelden bedenken..

maandag 10 augustus 2009

You never get a second chance..

Een vlekkeloze start is geen voorwaarde voor een fantastische eerste indruk.
Downtown bruist het, en staat geen stoplicht echt op rood.. Uptown - op en om de Campus - is het geweldig en voel ik me nu al thuis: de mensen internationaal en voor een groot deel aan Columbia verbonden. De markets en shops indrukwekkend en bovendien inspelend op de zojuist gearriveerde student die niet had bedacht dat ze ook dekens en iets van servies mee had moeten nemen. En die niet zo goed tegen lege boekenplanken kan..
Zie hier mijn woon-, studeer- en leefomgeving: de Campus, Central Park, etc. En nee, het is niet altijd zo rustig, dat is het alleen als je om 7:00 am gaat joggen.




zondag 9 augustus 2009

Een jaar, twee koffers (2)

Amsterdam – London Heathrow: 1.5 uur vertraging. Dat ik vervolgens in staat was binnen twintig minuten mijn aansluitende vlucht te halen, verbaasde me eigenlijk niet zo heel erg – soms kan ik heel goed rennen, ook met laarzen met hakken. Tegelijkertijd had ik weinig hoop dat mijn koffers net zo hard hun best hadden gedaan. En inderdaad, aangekomen op JFK kon ik zonder te hoeven sjouwen de subway nemen en mijn eerste stappen op Manhattan zetten.

Over overzichtelijk en eenvoudig gesproken. Verhuizen met twee koffers en dan worden ze ook nog eens thuisgebracht. Na een eerste avond/nacht downtown – en wat drankjes in upcoming Brooklyn – vertrok ik dan ook uiterst optimistisch richting campus om mijn huurcontract te tekenen, mijn (gedeelde) appartement te bewonderen en mijn bagage in ontvangst te nemen.

Het liep iets anders. Het ‘bewonderen’ van het appartement was in de eerste plaats onmogelijk. Laten we het erop houden dat een voorliefde voor koken en allerhande ingrediënten niet zo goed samengaat met nooit geleerd hebben hoe in vredesnaam een afwasborstel – of stofzuiger, of dweil, of vuilnisemmer(!) – te gebruiken. (Het is te hopen dat mijn al drie jaar in het appartement wonende huisgenoot tenminste wel aardig is – donderdag komt ze terug van een weekje Guatemala.)

En die koffers? Die kwamen niet zomaar. Wellicht had dat iets te maken met het feit dat ik onbereikbaar was omdat mijn telefoon inmiddels was uitgevallen – ja, de oplader zat in mijn koffer. In ieder geval, na wat crisis-shoppen – ‘doet u mij die lelijke, goedkope Nokia maar ‘– en een akkefietje met een vastzittende, benauwde en gammele lift – zó Amerikaans, mijn ‘Can anybody help me? Please!’ – eindigde ik mijn dag onder schone lakens en naast een volle kledingkast. Schoonmaken komt wel, en een jaar lang traplopen is eigenlijk best goed voor me.

woensdag 5 augustus 2009

Wereldwijs in de VS?

In Leiden zijn we nogal internationaal georiënteerd. Dat wil zeggen: tijdens mijn Master Staats- en Bestuursrecht werd flink wat aandacht aan – interpretaties van – het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) besteed. Ook de invloed van de EU bleef allesbehalve onderbelicht. Wie dacht dat ik een nogal Nederlandse (en daarmee niet al te spannende) studie deed, had het mis. Staats- en bestuursrecht kreeg in Leiden maar al te vaak een internationale touch.

Logisch eigenlijk, want gevangen in een ‘veellagige’ rechtsorde zijn de ontwikkelingen in internationale en buitenlandse rechtspraak van niet te overschatten belang. Hoe heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) door de jaren heen gereageerd op politici die werden vervolgd naar aanleiding van wat zij met een beroep op hun vrijheid van meningsuiting wilden goedpraten – en kunnen wij het er dan maar beter bij laten zitten, of juist niet? Hoe beoordeelt het Hof van Justitie van de EG privacy- en andere grondrechten wanneer deze – bijvoorbeeld in het kader van VN-maatregelen tegen terrorisme – in het gedrang komen? Hoe gaan andere landen hiermee om? Tegenwoordig zijn we nergens zonder verwijzing naar de wijsheden van niet-Nederlandse rechters.

In de VS ligt dat wat gevoeliger. Enkele dagen voor vertrek naar New York trok een artikel hierover in het Columbia Law School Magazine mijn aandacht. Onder de titel ‘The Court at a crossroads’ wordt gesproken over het ‘binnendringen’ van internationale (juridische) opvattingen in de Amerikaanse rechtspraak. Hoe vanzelfsprekend de doorwerking van (bepaalde) internationale verdragen en de incorporatie van niet-Nederlandse uitspraken hier – terecht – is, zoveel weerstand bestaat daar in de VS tegen. Gehecht aan de visies van de Founding Fathers spreken prominenten zich niet alleen uit tegen ‘voorrang’ van bovennationale rechten en case-law, maar wordt bovendien elke verwijzing daarnaar heftig bediscussieerd. De welbekende Supreme Court Justice Scalia spant ook hier de kroon: Stellende dat “modern foreign materials can never be relevant to an interpretation of … the United States Constitution”, wijst hij elke invloed van bijvoorbeeld een uitspraak van het EHRM af.

Natuurlijk, de VS zijn geen partij bij het EVRM, en ook een lidmaatschap van de EU zullen ze nooit verkrijgen. Ook meer in het algemeen is voor een afwachtende houding ten opzichte van verwijzingen naar internationale en buitenlandse rechtspraak bovendien wel wat te zeggen. Is het immers inderdaad niet zo, dat “[with f]oreign law, you can find anything you want. If you don’t find it in the decisions of France or Italy, it’s in the decisions of Somalia or Japan or Indonesia or wherever”. (Chief Justice John G. Roberts, Jr.) En dat een rechter zo wat al te ‘vrij’ kan redeneren en motiveren, is allesbehalve wenselijk. Aan de andere kant, als de wereld inderdaad zo ‘increasingly global’ en ‘interconnected’ is als niet alleen het artikel maar ook de dagelijkse werkelijkheid om ons heen doet vermoeden, kan een wat ruimdenkender uitgangspunt wellicht ook in de VS geen kwaad. En waar ook door de originalisten – die graag vasthouden aan de ‘originele’ betekenis van de Amerikaanse Grondwet – kan worden teruggevallen op het argument dat de Framers “wanted us to comply with international law” (Columbia’s Henry L. Moses Professor of Law and International Organization Lori Fisler Damrosch), moet dit toch ook mogelijk zijn zonder daarmee tekort te doen aan Supreme Court-precedenten? Ook zonder daarmee ruim baan te geven aan persoonlijke voorkeuren van rechters moeten internationale en buitenlandse juridische ontwikkelingen toch kunnen worden meegenomen?

Ik denk dat ik me hier de komende tijd maar eens wat verder in ga verdiepen. Voor nu is duidelijk dat New York dan wel een melting pot mag zijn, maar dat ik daar qua internationaal (constitutioneel) denken – vergeleken met in Leiden, wie weet – wellicht af en toe een pas op de plaats zal moeten maken.

Een jaar, twee koffers

Mijn zusje vertrekt morgen - samen met haar vriend - naar een appartement drie straten verderop. Ik naar NY. Zij is drie dagen aan het schilderen en minstens een dag aan het op en neer rijden met spullen. Ik neem twee koffers mee en laat me door een taxi naar mijn gemeubileerde kamer brengen. Klinkt allemaal heel overzichtelijk en eenvoudig. Maar goed, ik heb er dan ook al een maandenlange voorbereiding opzitten. Zij heeft vorige week bedacht dat ze eigenlijk toch wel wilde verhuizen.

Voor vertrek naar NY een paar dagen naar mijn ouders. Spullen uitzoeken, inpakken, en vooral heel veel spullen naar zolder brengen. Voor als ik terugkom..

En ook: nog even genieten van rust en vooral ruimte. Van het eindeloze vlakke land. Om straks in de hoogte te kunnen turen en mensen te kunnen kijken. Over 24 uur ben ik in New York, op Manhattan.