woensdag 5 augustus 2009

Wereldwijs in de VS?

In Leiden zijn we nogal internationaal georiĆ«nteerd. Dat wil zeggen: tijdens mijn Master Staats- en Bestuursrecht werd flink wat aandacht aan – interpretaties van – het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) besteed. Ook de invloed van de EU bleef allesbehalve onderbelicht. Wie dacht dat ik een nogal Nederlandse (en daarmee niet al te spannende) studie deed, had het mis. Staats- en bestuursrecht kreeg in Leiden maar al te vaak een internationale touch.

Logisch eigenlijk, want gevangen in een ‘veellagige’ rechtsorde zijn de ontwikkelingen in internationale en buitenlandse rechtspraak van niet te overschatten belang. Hoe heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) door de jaren heen gereageerd op politici die werden vervolgd naar aanleiding van wat zij met een beroep op hun vrijheid van meningsuiting wilden goedpraten – en kunnen wij het er dan maar beter bij laten zitten, of juist niet? Hoe beoordeelt het Hof van Justitie van de EG privacy- en andere grondrechten wanneer deze – bijvoorbeeld in het kader van VN-maatregelen tegen terrorisme – in het gedrang komen? Hoe gaan andere landen hiermee om? Tegenwoordig zijn we nergens zonder verwijzing naar de wijsheden van niet-Nederlandse rechters.

In de VS ligt dat wat gevoeliger. Enkele dagen voor vertrek naar New York trok een artikel hierover in het Columbia Law School Magazine mijn aandacht. Onder de titel ‘The Court at a crossroads’ wordt gesproken over het ‘binnendringen’ van internationale (juridische) opvattingen in de Amerikaanse rechtspraak. Hoe vanzelfsprekend de doorwerking van (bepaalde) internationale verdragen en de incorporatie van niet-Nederlandse uitspraken hier – terecht – is, zoveel weerstand bestaat daar in de VS tegen. Gehecht aan de visies van de Founding Fathers spreken prominenten zich niet alleen uit tegen ‘voorrang’ van bovennationale rechten en case-law, maar wordt bovendien elke verwijzing daarnaar heftig bediscussieerd. De welbekende Supreme Court Justice Scalia spant ook hier de kroon: Stellende dat “modern foreign materials can never be relevant to an interpretation of … the United States Constitution”, wijst hij elke invloed van bijvoorbeeld een uitspraak van het EHRM af.

Natuurlijk, de VS zijn geen partij bij het EVRM, en ook een lidmaatschap van de EU zullen ze nooit verkrijgen. Ook meer in het algemeen is voor een afwachtende houding ten opzichte van verwijzingen naar internationale en buitenlandse rechtspraak bovendien wel wat te zeggen. Is het immers inderdaad niet zo, dat “[with f]oreign law, you can find anything you want. If you don’t find it in the decisions of France or Italy, it’s in the decisions of Somalia or Japan or Indonesia or wherever”. (Chief Justice John G. Roberts, Jr.) En dat een rechter zo wat al te ‘vrij’ kan redeneren en motiveren, is allesbehalve wenselijk. Aan de andere kant, als de wereld inderdaad zo ‘increasingly global’ en ‘interconnected’ is als niet alleen het artikel maar ook de dagelijkse werkelijkheid om ons heen doet vermoeden, kan een wat ruimdenkender uitgangspunt wellicht ook in de VS geen kwaad. En waar ook door de originalisten – die graag vasthouden aan de ‘originele’ betekenis van de Amerikaanse Grondwet – kan worden teruggevallen op het argument dat de Framers “wanted us to comply with international law” (Columbia’s Henry L. Moses Professor of Law and International Organization Lori Fisler Damrosch), moet dit toch ook mogelijk zijn zonder daarmee tekort te doen aan Supreme Court-precedenten? Ook zonder daarmee ruim baan te geven aan persoonlijke voorkeuren van rechters moeten internationale en buitenlandse juridische ontwikkelingen toch kunnen worden meegenomen?

Ik denk dat ik me hier de komende tijd maar eens wat verder in ga verdiepen. Voor nu is duidelijk dat New York dan wel een melting pot mag zijn, maar dat ik daar qua internationaal (constitutioneel) denken – vergeleken met in Leiden, wie weet – wellicht af en toe een pas op de plaats zal moeten maken.

2 opmerkingen:

  1. Supreme Court Justice Ruth Bader Ginsburg was in juni op Columbia voor de 5-jaarlijkse reunie, en zij bepleitte daar vrij eloquent dat er niets mis mee is om te verwijzen naar de analyse die bekwame rechters elders op een identiek probleem hebben losgelaten. Moeilijk te zien hoe je het er oneens mee kan zijn. Helaas zit het geloof bij sommige van haar collega's dat er in de rest van de wereld niets bruikbaars gebeurt er dusdanig diep in dat ze geen heil in het kijken naar buitenlandse jurisprudentie zien.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Naar ik inmiddels heb vernomen, werd Justice Ginsburg zelfs bedreigd of iets dergelijks in verband met haar uitlatingen op dit vlak.. onvoorstelbaar!

    BeantwoordenVerwijderen